|
|
Om ons gevoel voor jou hier over te brengen, lieve Ida, is aan de ene kant gemakkelijk: je was namelijk een ´supervriendin´. Je was energiek, dapper, vrolijk, slim, chaotisch, mooi, grappig en erg ondeugend.
Zo was jij degene van de I-aatjes, de Ida-Akties:
En zo ook, had je voor mij een gedicht geschreven voor Sinterklaas. Je mopperde dat je het gedicht weer eens kwijt was dat je ergens op een kladje had geschreven. Dat hield in dat je het gedicht opnieuw moest schrijven. Vijf maanden erna reikte je mij het gedicht aan en zei lachend: lees nu maar, dan heb ik het niet voor niets geschreven. Makkelijk dus, om je neer te zetten, maar tegelijk ook een onmogelijke opgave: je was namelijk ontelbaar meer. Ida was één van de acht meiden: een groep vriendinnen die elkaar leerde kennen op de HEAO. Veertien jaar geleden gingen we voor het eerst een weekend weg. In dat weekend werd de kiem gelegd voor een hechte vriendschap. In de loop der jaren zijn we steeds meer naar elkaar toe gegroeid. Dit is mede gekomen doordat we iedere eerste woensdag van de maand samen eten en ieder jaar een weekend weggaan. Een weekend met acht meiden is sowieso al een groot feest, laat staan dat er een ginnegapper als Iet bij zit. De afgelopen week hebben we ontelbaar veel foto´s bekeken en wat viel ons nu ineens op: Ida staat er meestal met een eigen grapje op. Dat was echt Ida. Een ieder van ons had ook een persoonlijke relatie met jou, Ida, en deelden met je, lief en leed. De band met elkaar is intensief, onvoorwaardelijk en sterk. Hoe moeten we nu verder? We weten dat we je nu moeten laten gaan en dat doen we ook. Maar in gedachten, Iet, zullen we elke keer opnieuw afscheid van je nemen, omdat je er altijd weer bij zult zijn. Acht is voor ons geen zeven geworden, maar zeven zal altijd acht zijn. Met alles waarmee je bij ons was, zal er altijd een Iet, een Ietepietje, een Ideetje-Idaatje, een Tatoo-Iet zijn. Jouw naam, liefkozend uitgesproken, toen, nu en ook later.
Taatoo-Iet ... hoe kom je aan zo´n naam. Dat wil ik jullie toch graag even vertellen.
Helemaal aan het begin van de meiden gingen we met de gammele Peu Show bus op vakantie. En
wie reed de bus... ja hoor stoere Iet, want die kon dat immers. Zij had al het langst haar
rijbewijs en geleerd van meneer de Waal hoe ze moest dubbelclutchen. Daar gingen we op weg,
flink bepakt en bezakt. Iet met opgestroopte mouwen had 1 hand aan het stuur en de andere
arm uit het raam gestoken, mét opgetekende taatoo, als een echte
vrachtwagenchauffeur.
Ida, je hebt ons verlaten, maar dat zal nooit echt het geval zijn. We zien elkaar in kleine dingen, dit schreef je ooit in een gedichtje aan Monique voordat ze op reis ging. We zeggen het nu tegen jou. Ida. We zien jou, als de luchten mooi zijn, als een merel zingt, als één van ons door een school met vissen zwemt, als we eten met elkaar, als we lachen en als we huilen. Je hebt een dierbare plek in onze harten en die raak je nooit meer kwijt. Francine |
|
vorige volgende |